“Mannen hawwe it dêr net oer.” Posters in bushokjes, spotjes op de radio: de boodschap is duidelijk tijdens de Wereld Suïcide Preventie Week. Het is de boodschap die ons deze week opnieuw scherp voor ogen komt. Praten over mentale gezondheid is nog altijd moeilijk.
Voor mannen misschien wel het allermoeilijkst.
Het onderwerp gaat mij zeer aan het hart. Want mentale gezondheid is niet iets abstracts, niet iets voor een statistiek of beleidsstuk. Het gaat over onze buren, onze collega’s, onze kinderen. Over mensen die naast ons wonen, met ons werken, of soms - en dat is het pijnlijkst – langzaam geïsoleerd raken.
In Súdwest-Fryslân kennen we elkaar. Dat is mooi, maar soms ook ingewikkeld. Want hoe zeg je tegen bekenden: “Ik red het even niet”? Vaak voelen we dat als een vorm van zwakte. Terwijl het juist moed vergt om het hardop uit te spreken. Misschien hebben we het ook simpelweg nooit geleerd. De dood is generaties lang al een taboe geweest. Over zelfdoding werd al helemaal gezwegen.
De boer die zijn bedrijf ziet wankelen. De alleenstaande moeder die elke dag opnieuw puzzelt hoe ze alles rond moet krijgen. De tiener die op sociale media ziet hoe perfect ieders leven lijkt, behalve het hare. Ze zijn er. Hier, in onze dorpen en steden. Als het dan misgaat, hebben wij er onze eigen woorden voor. Dysels tekoart dien - zichzelf te kort gedaan. Alsof het een rekenfoutje was. Maar achter die woorden schuilt vaak een pijnlijker waarheid: we hadden misschien kunnen helpen, maar we wisten niet hoe. Of durfden we het niet te vragen? Of dachten we dat diegene het wel zou redden?
Te lang hebben we gedacht dat mentale gezondheid vooral iets voor de dokter was. Somber? Naar de huisarts. Burn-out? Op de wachtlijst bij de psycholoog. Eenzaamheid? Misschien een pilletje. Maar mentale veerkracht groeit niet in de spreekkamer alleen. Het groeit in de koffie die buren samen drinken. Op het voetbalveld waar kinderen leren winnen én verliezen. In het koor waar stemmen samenkomen. Net zoals we dijken bouwen voordat het water stijgt, zo moeten we ook veerkracht bouwen voordat de crisis toeslaat.
Gelukkig gebeurt dat hier al. In onze gemeente vind je de Ik sjoch dy-bankjes. Plekken waar gesprekken van hart tot hart ontstaan. In IJlst en Dokkum lopen mensen mee met Walk into the Light. In Bolsward kwamen mannen samen bij de Man & (ûn)Macht Moeting - Man in Mind Meetup. Geen therapie, maar gewoon praten met anderen die het begrijpen. In Workum ligt een stiltegebied, een plek om tot rust te komen. Het zijn geen medische interventies, maar initiatieven van mensen die om elkaar geven.
Net zoals onze voorouders samen terpen bouwden tegen het water, bouwen wij nu samen aan veerkracht tegen het verdriet. Soms is onze zorg echter niet genoeg. Soms verliezen we iemand toch. Dat is een verdriet dat blijft. Maar suïcidepreventie begint bij ons. Bij het doorbreken van eenzaamheid, bij het normaal maken om te zeggen dat je het zwaar hebt. Bij het besef dat mentale gezondheid groeit in de gemeenschap, niet alleen in de spreekkamer.
Want in Súdwest-Fryslân laten we elkaar niet vallen. Ik sjoch dy – ik zie je. Misschien zijn dat wel de krachtigste woorden die we elkaar kunnen geven.
Marianne Poelman, Wethouder Súdwest-Fryslân
Bron: sudwestfryslan.nl