Dorpen Oppenhuizen en Uitwellingerga slaan alarm: "We zijn geïsoleerd geraakt"

OPPENHUIZEN/UITWELLINGERGA – De dorpen Oppenhuizen en Uitwellingerga in de gemeente Súdwest-Fryslân hebben samen met de gemeente een brandbrief gestuurd aan minister Mark Harbers van Infrastructuur en Waterstaat. Aanleiding is de verslechterde bereikbaarheid van de dorpen sinds de afsluiting van de parallelweg langs de A7. De lokale gemeenschap voelt zich letterlijk en figuurlijk buitengesloten.

Sinds de verbreding van de A7 tussen Joure en Sneek is de parallelweg die voorheen gebruikt werd door lokaal verkeer, niet langer toegankelijk. Hierdoor moeten inwoners van Oppenhuizen en Uitwellingerga aanzienlijk omrijden, wat de bereikbaarheid van voorzieningen, werk en scholen bemoeilijkt. Voor fietsers is de situatie nog schrijnender: een veilige, directe fietsverbinding ontbreekt volledig.

Noodkreet vanuit de dorpen

De dorpsbelangenorganisatie Toppenhuzen-Twellingea en de gemeente Súdwest-Fryslân luiden nu gezamenlijk de noodklok. In de brief aan de minister stellen ze dat de situatie onhoudbaar is en dat er dringend actie nodig is om de dorpen weer bereikbaar te maken. Volgens de indieners is het een kwestie van basisvoorzieningen en leefbaarheid.

“Als je in Oppenhuizen woont en naar Sneek wilt fietsen of rijden, moet je letterlijk kilometers om. Dit is niet alleen onpraktisch, maar ook onveilig,” zegt een woordvoerder van het dorpsbelang. Er wordt gevreesd dat jongeren en jonge gezinnen zullen vertrekken, wat verdere vergrijzing van de dorpen in de hand werkt.

Oplossingen in beeld

In de brief worden ook concrete voorstellen gedaan, zoals de aanleg van een nieuwe parallelle fiets- en autoweg of een veilige fietsbrug over de A7. De gemeente heeft aangegeven bereid te zijn om financieel bij te dragen, maar er is steun nodig vanuit het Rijk om deze plannen te realiseren.

Slot

Het is nu aan minister Harbers om op deze noodkreet te reageren. De bewoners van Oppenhuizen en Uitwellingerga hopen op snelle actie, zodat hun dorpen weer volwaardig kunnen deelnemen aan het maatschappelijk en economisch verkeer van de regio.